Veilige infrastructuur

Pijpleidingen zijn de veiligste vorm van transport. Om die veiligheid te garanderen, lopen controles en inspecties als een rode draad door de aanleg, het gebruik en het onderhoud van pijpleidingen.

Materialen

Bij het aanleggen van een nieuwe pijpleiding kiest men voor (stalen) buizen en toebehoren op basis van Europese en internationale normen. Die materialen ondergaan uitgebreide kwaliteitscontroles onder het toezicht van een onafhankelijk controleorganisme.

Constructie

De Fetrapi-leden gebruiken bij de aanleg van hun leidingen enkel gecertificeerde en gerenommeerde aannemers.

Bij de aanleg van een pijpleiding lassen gekwalificeerde lassers de buizen aan elkaar. Een erkend, onafhankelijk controleorganisme inspecteert elke lasnaad afzonderlijk. Een bekleding van kunststof rondom de buizen en een systeem van kathodische bescherming vermijden dat er externe corrosie ontstaat.

Boven de pijpleiding ligt altijd een waarschuwingsnet en een waarschuwingslint. Daarop staat bijvoorbeeld de aard van het vervoerde product, de naam van de vervoerder en het noodnummer. Dit extra veiligheidsmechanisme wijst de uitvoerders van graafwerken op de aanwezigheid van een ondergrondse pijpleiding.

Veiligheidstesten

Een aantal veiligheidstesten moeten plaatsvinden, voordat een pijpleiding gebruikt mag worden. Een erkend, onafhankelijk controleorganisme houdt daarbij het toezicht.

  • Een mechanische weerstandsproef brengt water in de pijpleiding onder een hogere druk dan de maximale druk waarmee het product door de leiding zal stromen.
  • Een dichtheidsproef pompt 24 uur lang lucht op 6 bar door de pijpleiding. Door na te gaan of de druk hetzelfde blijft, kan je eventuele kleine lekken opsporen.

Veilig gebruik

Bakens en merkpalen geven het traject van een pijpleiding aan boven de grond. Daarbij is het belangrijk om te onthouden dat de bakens en merkpalen enkel de aanwezigheid van de pijpleiding aangeven en niets vertellen over de precieze ligging.

De pijpleidingmaatschappijen voorzien zeer regelmatig patrouilles die het leidingnet inspecteren. Ze voeren hun rondes uit met de wagen, per helikopter en te voet. Daarbij sporen ze vooral onaangekondigde werken op, voeren ze diverse metingen uit en begeleiden ze aannemers die werken uitvoeren in de buurt van pijpleidingen.

Wettelijk kader

De wet van 12 april 1965 met haar bijhorende Koninklijke Besluiten regelt de procedures tot het bekomen van de federale vergunningen die bepalen hoe een pijpleiding gebruikt en geplaatst mag worden. Ze legt een minimum aan veiligheids- en beschermingsmaatregelen op. Als de omstandigheden het vereisen, passen vervoerders bijkomende maatregelen toe.

Fetrapi gebruikt cookies om uw surfervaring te verbeteren. Door verder gebruik te maken van deze website ga je hiermee akkoord.

Meer info